12 Stadskrant Feestdagen: zo doe ik dat Kerst in coronatijijd Dit jaar kunnen we kerst en oud & nieuw helaas niet vieren zoals we gewend zijijn. In deze kerstspecial vertellen Hagenaars hoe zijij binnen de coronamaatregelen de feestdagen vieren. 23 december 2020 Nummer 12 Rijijk aan familie Een Haags Kerstverhaal door Leo van der Velde, columnist van AD Haagsche Courant en auteur van oa het boekje ‘Lieve Rachel’, over het Den Haag van toen en nu. ‘Maak je over mijij geen zorgen met Kerst- mis,’ heeft Tiny Verberne (93) tegen haar kinderen gezegd: ‘Ze kunnen beter hun eigen kinderen ontvangen’. Verberne woont zelfstandig in de Rivie- renbuurt. Als oudste van zeven kinderen was ze zelfstandigheid gewend. ‘In de oorlog zat mijijn vader ondergedoken. Als er een razzia kwam, moest ik de Duitsers te woord staan, want ik had Duits gehad op de mulo.’ ‘Ik ben gelukkig. Ik heb vier kamers en een tuin. Ik ben niet rijijk, maar wel rijijk wat kinderen, kleinkinderen en achter- kleinkinderen betreft.’ Drie van haar vier kinderen wonen in de omgeving en brengen haar boodschappen. ‘Ik heb een groot portiek, daar staan we dan even te kleppen. Ik heb elf achterkleinkinderen. De laatste is een maand geleden gebo- ren, die heb ik al in mijijn armen kunnen houden toen alles weer een beetje mocht. En nu zijijn mijijn vriendinnen weer aan de beurt om op bezoek te komen.’ ‘Opa geen hug geven, er is corona hoor!’ Tiny Verberne: ‘Ik vermaak me wel.’ Toen de jaarlijijkse kleinkinderendag niet kon doorgaan, organiseerde haar oudste kleindochter een verrassings-high-tea plus videoverbinding met alle kleinkinderen. ‘Vol- gend jaar is de tiende keer, bijij leven en welzijijn vieren we het dan dubbelop.’ Zelf haalt Tiny Verberne met Kerstmis een kippenpootje uit de vriezer. ‘Ik heb nog dertig boeken liggen en ik speel Wordfeud met zeven spelers. Ik vermaak me wel!’ Turkse hapjes en oliebollen Leo van der Velde: ‘Als ik koffiffiffie bijij mijijn nazaten drink krijijg ik een eigen plek.’ frank jansen Büüsra Celik: ‘Het wordt sowieso anders.’ ‘Mijijn opa en oma zal ik deze feestdagen het meest missen,’ vertelt Büüsra Celik (17). ‘Met oud en nieuw zijijn wijij altijijd met veel familie bijij elkaar. Ook ooms en tantes en nichten en neven. Maar opa is een jaar geleden overleden en oma over- wintert in Turkijije. Het wordt sowieso anders. Deze keer zijijn we alleen met mijijn ouders en broertjes en zusjes. Mijijn vader houdt van veel bezoek, maar door corona is hijij erg bezorgd en wil geen ri- sico lopen. Hijij zegt ook steeds tegen ons: ‘Was goed je handen. Doe je masker op als je ergens binnengaat.’ ‘Bijij sommige Turkse families staat voor de gezelligheid een kerstboom in huis, bijij ons niet. We vieren wel uitgebreid oud en nieuw met lekker Turks eten, maar ook dingen als oliebollen. Vroeger hebben we weleens lootjes getrokken en cadeautjes voor elkaar gemaakt. Het is altijijd een beetje een mix van Turkse en Nederlandse gebruiken.’ De eerste keer dat ik een culi- naire bijijdrage aan een kerstdi- ner heb geleverd was ik 17 jaar. Het was ook de laatste keer. Om- dat oma en opa op de etage onder ons woonden mochten we daar aan de grote ta- fel eten. In de keuken boven had mijijn moe- der alles bereid. Aardappelen, spruitjes, ap- pelmoes en een rollade. Ik zou het dessert maken. Gelatinepuddinkjes. Omdat ik was vergeten fruitstukjes te halen verving ik die door plastic Disneyfifiguurtjes. In de halve puddinkjes stopte ik Dagobert Duck, Goofy, Minnie Mouse, noem maar op. Daarna goot ik de rest van de gelatine er op en liet mijijn creaties in de koelkast opstijijven. Het resul- taat was prachtig. Ik kreeg zelfs applaus toen ik met een dienblad vol binnen kwam. Mijijn zusjes, m’n grootouders, bijijna ieder- een nam meteen een hapje en spuugde dat gelijijk weer uit. Mijijn (toen nog) vriendin heeft de rest van ons huwelijijk dat verhaal opgedist, als ik op een verjaardag vertelde dat ik ooit in de keuken van cruiseschip s.s. Rotterdam heb gestaan. Zijij had een Donald Duckje in haar kerstpudding. Dit jaar ben ik eerste kerstdag uitgenodigd bijij mijijn zoon. Zijijn vrouw kan heerlijijk koken. In verband met corona zet hijij sinds maart mijijn stoel tegenwoordig strategisch neer. Al heeft hijij nooit hardop gezegd bezorgd te zijijn dat ik, via mijijn kleindochters, van acht en vier jaar, het virus kan oplopen, of dat ik het misschien overbreng. Hijij is zo voorzich- tig, omdat hijij iedere dag bijij patiëënten met copdh en corona zuurstofifinstallaties plaatst en controleert. Als ik koffiffiffie bijij mijijn nazaten drink krijijg ik dus een eigen plek. Van de zo- mer was dat niet moeilijijk in de tuin. Nu blijijf ik meestal aan tafel zitten, terwijijl de rest op het L-vormig bankstel is geploft. Als een van de kleindochters de buitendeur voor me opent hoor ik hem in de kamer roepen. ,,Opa geen hug geven. Blijijf van hem af. Er is co- rona hoor!” Daar houden ze zich keurig aan. Tóót het moment dat hun moeder in de keu- ken aan het koken is en pa iets boven gaat pakken. Zodra hijij uit zicht is rennen de da- metjes op me af en knuffffelen me innig en welgemeend. Als ze pa weer op de trap ho- ren, rennen ze terug naar hun plekje en proberen onschuldig te kijijken. ‘Volgend jaar wordt voor mijij spannend. Ik zit in de zesde van gymnasium Haganum. Als het lukt, zou ik graag hierna geneeskunde studeren. Corona laat zien hoe belangrijijk gezondheidszorg is. Het lijijkt me mooi om daar te werken. Eerst maar eens slagen voor het eindexamen.’ Ik kijijk uit naar eerste kerstdag. sander van oefelen sander van oefelen